onderwijs

De Lispeltuut is een jenaplanschool. Een school waar we samen werken aan een fijne leef- en werkgemeenschap, waarin kinderen, medewerkers en ouders zich thuis voelen. We onderscheiden vier basisactiviteiten waarin mensen leven en leren; we leren niet alleen door met pen, papier en het hoofd bezig te zijn.

Door met elkaar in gesprek te zijn kunnen we elkaar informeren en elkaar leren begrijpen. Tijdens de gesprekken in de kring worden de plannen gemaakt en wordt voor een deel het werk besproken. Door samen te spelen leren we rekening met elkaar te houden. Ook maken we al spelend iets wat we meegemaakt hebben tot iets van onszelf. Onder werk vallen de instructiemomenten en de blokperioden, waarin kinderen zelfstandig met het werk bezig zijn. Door samen te vieren b.v. in een weekopening of weeksluiting leren we elkaar wat ons hoofd en hart heeft beziggehouden. Deze vier basisactiviteiten wisselen elkaar af. Wij zijn een katholieke school waarin we aandacht besteden aan  (bijbel)verhalen, vieren, levensvragen van kinderen, voorbeeldfiguren en acties voor de medemens. En natuurlijk: normen en waarden, een goede sfeer, een positieve manier van omgaan met elkaar, respect en aandacht voor elkaar. Kijk ook even bij identiteit.

Hierbij stellen wij het kind voorop. In ons opvoedend bezig zijn en met ons onderwijs, willen we de kinderen begeleiden in hun groei naar volwassenheid, welke zich kenmerkt door: 

Wij willen dat onze school een veilige plek voor kinderen, ouders, teamleden; kortom voor iedereen is. Een plek waar we kinderen gedurende 8 jaar intensief volgen, begeleiden en vormen, zodat zij een goede basis krijgen voor hun toekomst. 

We bedoelen daarmee de intellectuele, creatieve, sociaal-emotionele, lichamelijke en levensbeschouwelijke ontwikkeling. We willen meehelpen uw kind te laten opgroeien tot een evenwichtig mens. Iemand met aandacht en zorg voor zichzelf, de ander en de omgeving. Dit is ons vertrekpunt bij het omgaan met kinderen en ouders. 

Kinderen leren actief mee te denken aan hun rol in onze samenleving en daar ook naar te handelen (actief burgerschap). 

De Lispeltuut ligt op de grens van de Landerijen en de Waterwijk. Daarnaast komt nog een aanzienlijk deel van onze leerlingen uit de buitengebieden en vaak van 'ver weg'. Onze populatie is daardoor ook gevarieerd.  Op 1 februari 2002 zijn we gestart met 1 leerling en nu uitgegroeid tot een school met rond de 275 leerlingen in 12 groepen. Door een rem op de groei is de hoeveelheid leerlingen relatief constant. Een team van zo’n 20 leraren zorgt voor de dagelijkse begeleiding. 

Onze visie en missie:

Naar aanleiding van een enquête over de kernkwaliteiten van het jenaplanonderwijs (JAS) die alle teamleden hebben ingevuld over de situatie in onze stamgroep zijn we met elkaar in gesprek gegaan over hoe we het doen en waarom we het zo doen. Wat willen we houden, wat kan beter, wat mag er anders en wat gaan we verbreden/verdiepen. We hebben hieruit met elkaar de volgende speerpunten (die in verbeterplannen zijn terug te vinden) gekozen:

Onze kerntaak – de missie: goed onderwijs verzorgen aan de kinderen van onze school. 

Goed onderwijs betekent voor ons:

Primair proces

Vanuit onze missie en visie werken wij met kinderen in heterogene stamgroepen, waarin steeds drie leerjaren in één groep samen leven en werken. De stamgroep is de plaats waar je als kind samen met de andere kinderen en de stamgroepleider voortdurend leert: Wat is dan leren?

Een kind start in de onderbouw. Als ‘jongste’ leer je van de leerkracht, maar ook van en met je groepsgenoten. Je rol in de stamgroep verandert van jongste naar middelste naar oudste. Ieder kind doorloopt deze ontwikkeling. Van het kind dat leert van andere kinderen (‘zo doen wij dat op De Lispeltuut’) word je steeds meer een kind dat aan andere kinderen leert. 

Aan het eind van de (onder)bouwperiode wordt zorgvuldig bekeken of een kind door kan naar de volgende bouw. Daarbij worden alle aspecten onder de loep genomen: intellectueel, creatief, sociaal-emotioneel en lichamelijk. Ouders worden zoveel mogelijk betrokken bij dit proces, vooral als er sprake is/zou kunnen zijn van versnelde of vertraagde doorgang. De eindbeslissing ligt bij de school.

Deze cyclus van groei, maak je in onze jenaplanschool dus drie keer mee: In de onderbouw, in de middenbouw en in de bovenbouw. 

De groepsleider heeft vooral de rol van coach en begeleider; wat minder de rol van docent. De groepsleider creëert een pedagogisch klimaat met een rijke leeromgeving. Een leeromgeving waar ontwikkeling mogelijk is, waar kinderen uitgedaagd worden om verder te komen. Waar genoeg gelegenheid is om te experimenteren, te onderzoeken en te ervaren.

Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Zorg je, als stamgroepleider, voor voldoende geduld, voldoende begrip en luister je echt naar kinderen? De rol van stamgroepleider is opvoeder, zingever, culturele gids, coach, technicus, vormgever, onderzoeker, verteller, rekenmeester, ….

Betekenisvol leren doen we door:

Steeds zoeken we naar meerdere manieren van leren: lezen, presenteren, horen, zien, discussie, ervaren…, zodat kennis langer ‘blijft hangen’ en vaardigheden toegepast worden.

Wereldoriëntatie

In onze jenaplanschool is wereldoriëntatie een erg belangrijk vormingsgebied. Kinderen leren om te gaan met hun omgeving, de natuur, de mensen dichtbij en verder weg en met vragen rond de zin van het leven en de wereld. Dat doen ze door vaak de school uit te gaan en omgekeerd, de buitenwereld de school in te halen: Mensen en dingen, luisteren naar verhalen, zelf waarnemen en experimenteren, zelf vragen stellen en op zoek gaan naar antwoorden in bijv. een documentatiecentrum of bij mensen met kennis en ervaring. De kinderen zijn, kortom, ontdekkend en onderzoekend bezig, vaak in de vorm van projecten. Zodoende wordt de wereld steeds groter en ruimer en leren kinderen zelf een mening te vormen. Voor het hele leerplan van de Lispeltuut geldt dat het voldoet aan de zgn. kerndoelen, zoals opgesteld door de Stichting Leerplan Ontwikkeling in opdracht van het ministerie van onderwijs. 

Wij zien het als voorwaarde dat een kind kan leren in een sfeer waarin het zich veilig voelt. Wij streven naar een aanbod van  taken die uitdagend zijn, maar die het kind wel aan kan, die het kind voldoende vrijheid laten voor een eigen invulling, maar die tegelijkertijd geen gelegenheid bieden voor vrijblijvendheid.

Op De Lispeltuut werken we niet met een methode voor de zaakvakken, maar projectmatig. Bij het opzetten van een project werken we vanuit (belangrijke uitgangspunten): 

SLO-thema's

I = het jaar rond

II = omgeving en landschap

III = maken en gebruiken

IV = techniek

V = communicatie

VI = samenleven

integratie van zaakvakken

aardrijkskunde - hier en daar

geschiedenis - nu en toen

biologie - mens, dier, plant, overig..

natuurkunde en techniek

expressie

cultuur

burgerschap en sociale integratie

Bij de voorbereiding van een project maken we vaak een woordveld. Dan kunnen we gebruik maken van een aantal vaste aandachtsgebieden. 

De ervaringsgebieden concretiseren wij in thema’s en projecten (bijvoorbeeld: wonen, energie, gezondheid enz.) Dit zijn soms thema’s binnen een  enkele stamgroep of bouw. Enkele keren per jaar werkt de hele school aan hetzelfde thema. 

We werken gemiddeld zo'n  4 weken aan een project, die meestal in een speciale viering wordt geopend. Bij de thema’s en projecten integreren we de diverse vakken. Kinderen komen zo steeds opnieuw en op verschillende manieren met de onderwerpen in aanraking.

Tijdens projecten gaan we ook vaak de deur uit. We betrekken de omgeving van het kind en proberen de wereld van buiten de school naar binnen te halen. Het leren in een herkenbare context, maakt het leren aantrekkelijk en betekenisvol. We hechten waarde aan aanschouwelijk materiaal. Dit kan door de leerkrachten worden geregeld, maar er is ook ruimte voor inbreng van kinderen (en soms ouders).

In de groepen wordt regelmatig een kijktafel ingericht waar spullen verzameld worden die gerelateerd zijn aan het thema.  Ouders kunnen meekijken wat er gebeurt in de school, omdat tekeningen, muurkranten en andere werkstukjes zoveel mogelijk een zichtbare plek in het klaslokaal krijgen.  Kinderen kunnen hierover vertellen en hun ervaringen met het onderwerp delen. 

In de weeksluiting die bijna elke vrijdag is, krijgen kinderen de gelegenheid om aan elkaar te laten zien wat ze in die week hebben gedaan en geleerd. Zo weten kinderen ook van elkaar wat ze beleven en ze kunnen hierbij ook weer van elkaar leren.

burgerschap en sociale integratie

Burgerschap en integratie kunnen op verschillende manieren worden bevorderd. In onze manier van werken zit heel veel in die richting. Dit is terug te vinden in onze dagelijkse manier van doen. Het is lastig om dat ook aan te tonen. De enige manier is volgens ons: beschrijven van voorbeelden. We zullen de komende jaren beschrijven op welke momenten burgerschap en sociale integratie buitengewoon onder de aandacht kwamen. De sectoren die we specifiek in het oog houden:

Meervoudige Intelligentie

We gaan uit van én houden rekening met verschillen tussen leerlingen. Die hebben niet alleen te maken met komaf en cultuur, maar ook met vermogens van kinderen. 

We hebben te maken met een brede spreiding aan intelligenties. Wie een leerling aanspreekt op diens sterke profiel van intelligenties, mag verwachten dat de leereffecten aanzienlijk toenemen. Dat betekent bijvoorbeeld dat we niet alleen verbaal uitleg geven, maar ook via beelden, ritmes, schema's en modellen, doe-activiteiten met een hoog motorisch gehalte, samenwerkingsvormen, individuele reflecties en veldonderzoek. 

Hetzelfde geldt voor onze leermiddelen. Vanuit de theorie van de meervoudige intelligentie zullen we andere verwerkingsmiddelen van leerstof toevoegen aan ons klassieke repertoire van schriftelijke oefeningen. Dat vraagt ook om een andere inrichting van lokalen en gebouwen. 

We zoeken naar een beter evenwicht tussen het aanbod van leerinhouden en de juiste impulsen voor de persoonlijke ontwikkeling van kinderen. De theorie van de meervoudige intelligentie maakt ons bewuster van de uniciteit van elke leerling en diens leerproces. De vele werkvormen en middelen die op grond van deze theorie beschikbaar komen, bieden ons de kans om aan die ontwikkeling nu ook concreet te werken. Die ontwikkeling is dan geen vaag pedagogisch ideaal meer, maar een tastbare realiteit. We trachten in het hele leerproces rekening te houden met de verschillende manieren van leren. Opdrachten zullen een beroep doen op de diverse intelligentiegebieden.

ONZE SITE www.lispeltuut.nl  loopt over van mooie praktijkvoorbeelden. Kijk met name naar alle fotoverslagen en de BLOG-historie. Om trots op te zijn.

weet wat je viert - november 2019

In november 2019 gingen alle bovenbouwgroepen naar het Zuiderzeemuseum. 

In bepaalde delen van Nederland lopen kinderen elk jaar op 11 november met een lampion langs de deuren. Ze bellen aan en zingen een lied als de deur opengaat. Als beloning hiervoor ontvangen ze iets lekkers. Zo is het altijd al geweest toch?

In het museum

In het sfeervolle buitenmuseum beleven leerlingen het verhaal van Sint Maarten en de bedelaar: ze ontdekken op actieve wijze de oorsprong van het feest en hebben een bijzondere ontmoeting. Daarna maken ze een ouderwetse lampion van een suikerbiet en nemen ze het tegen elkaar op in de grote Sint Maarten quiz. Ten slotte zingen ze samen een Sint Maarten lied.

palmpasenstokken - april 2019

Tijdens de voorbereidingen op het paasfeest maakten we in alle groepen Palmpaasstokken. We hebben deze cadeau gegeven aan ouderen in De Hanzeborg.

het goede doel - mei 2019

We organiseren minstens 1x jaar een actie voor een goed doel. Deze keer was het een actie voor Schateiland.

Lees ook in ons LispelBLOG.

het goede doel - februari 2018

Jenaplan: 4 basisactiviteiten gesprek, werk, spel, viering

We onderscheiden vier basisactiviteiten waarin mensen leven en leren; we leren niet alleen door met pen, papier en het hoofd bezig te zijn. Door met elkaar in gesprek te zijn, kunnen we elkaar informeren en elkaar leren begrijpen. Tijdens het gesprek in de kring worden de plannen gemaakt en wordt voor een deel het werk besproken. Door samen te spelen, leren we rekening met elkaar te houden. Ook maken we al spelend iets wat we meegemaakt hebben tot iets van onszelf. Onder werk vallen de instructiemomenten en de blokperioden, waarin kinderen zelfstandig met het werk bezig zijn. Door samen te vieren b.v. in een weekopening- of sluiting leren we elkaar wat ons hoofd en hart heeft beziggehouden; we brengen gevoelens op elkaar over. Deze basisactiviteiten wisselen elkaar af. Deze afwisseling is vastgelegd in het ritmisch weekplan.

Een Jenaplanschool is een gemeenschap die kinderen, leraren en ouders omvat. Het onderwijs in de school is gericht op de opvoeding van kinderen en omvat daarom veel meer dan het aanleren van schoolse kennis en vaardigheden als lezen, schrijven en rekenen. Kinderen leren in een Jenaplanschool veel. Ze doen dat door deel te nemen aan de zogenaamde basisactiviteiten: spreken, spelen, werken en vieren. De school gaat er vanuit dat kinderen heel verschillend zijn. Dat wordt niet gezien als hinderlijk, integendeel. Omdat kinderen zo veel van elkaar verschillen kunnen ze veel van elkaar leren. Om die reden worden ze in stamgroepen geplaatst die bestaan uit kinderen van verschillende leeftijden, zoals dat ook in een gezin het geval is. 

Elke stamgroep heeft een groepsruimte, een zo huiselijk mogelijke omgeving, die samen met de kinderen ingericht is en beheerd wordt. Zo leren ze verantwoordelijk te zijn voor de ruimte, hun ruimte.

We werken met driejarige stamgroepen. Waarbij de instructie volgens het directe instructiemodel wordt gedaan. We werken vanuit de vier basisactiviteiten vanuit het jenaplan. En dat zie je terug op de volgende manier: gesprek, werk, spel, viering.